Suikers in gras

Suikers in gras

Voordat we naar suikers in grasland gaan kijken is het goed om te weten dat we eigenlijk van suikerarmer grasland af komen. Dit is door de jaren heen omgeschakeld naar Raaigrasland omdat men zag dat dit de hoge productie eisen beter haalde. Veel snedes (maaisels) per jaar om het vee te voeren. Met veel energie om het vee goed te laten groeien en met veel suikers dat de melkproductie ondersteund. Je hoort het al, dit was gras gericht op koeien.

Koeiengras

Koeien die in Nederland op de weide komen worden hoofdzakelijk gehouden voor de productie van melk. Voor de productie van melk hebben ze een grote hoeveelheid energie (koolhydraten) en eiwitten nodig. Deze voederbehoefte haalt een koe vooral uit ruwvoer, aangevuld met krachtvoer. En je raad het al, het ruwvoer bestaat vooral uit gras.

Energierijk gras

Omdat een koe op een gegeven moment ook gewoon vol zit en niet meer zal eten, maar wel genoeg energie moet binnenkrijgen, moet het gras zo energierijk mogelijk zijn. Het gras moet ook snel groeien en onder koudere omstandigheden goed groeien om zo veel mogelijk gras van het land te kunnen halen. Dankzij onderzoek en veredeling werden grassen gekweekt die daaraan voldeden. Zoals engels- of italiaans raaigras met een hoge energiewaarde. Italiaans raaigras wordt voornamelijk gezaaid na mais, als zogenaamd vanggewas, engels raaigras meer als permanent grasland.                         

Het grootste gedeelte van de Nederlandse weilanden bestaat uit raaigras. Perfect voor hoogproductieve koeien. Maar inmiddels weten we dat het niet een geschikte weide maakt voor je paard?

Een paard heeft namelijk nooit zo’n hoge energiebehoefte als een melkgevende koe. Paarden kunnen koliek krijgen, hoefbevangen worden, insuline resistente klachten ontwikkelen en te dik worden op een weide met een hoge energiewaarde zoals de raaigras.

Behoeftes paard

Een paard heeft juist behoefte aan een armere weide (minder energie), veel vezels (structuur), diversiteit aan mineralen en spoorelementen en voldoende eiwitten. Naast dat het eten van raaigras niet gezond is voor paarden, is een raaigras weide ook minder goed bestand tegen het eet- en loopgedrag van paarden. Paarden lopen veel meer dan koeien, dit maakt je gras kapot. Een grasmengsel met een diversiteit zowel boven als ondergronds zodat het de grond beter vasthoudt is meer geschikt. Een paard eet het gras dichter bij de bodem op dan dat koeien doen. Hierdoor eten paarden eerder het gras tot voorbij het groeipunt op. Dit zorgt ervoor dat het gras minder goed opnieuw opkomt. Sommige soorten gras hebben het groeipunt dichter bij de bodem en zijn daardoor meer geschikt voor paarden. Dit zijn grassen zoals: Veldbeemdgras, roodzwenkgras, lammerstaart, timotheegras, kropaar, rietzwenkgras, grote vossenstaart en beemdlangbloem.

Zaaimengsel paard

 Een regulier grasmengsel met een groot aandeel (>20%) raaigras is ongeschikt omdat je huidige weide waarschijnlijk al voor een groot gedeelte uit raaigras bestaat. Engels raaigras is hoog competitief gras, wat betekent dat het bij bepaalde bodemomstandigheden binnen enkele jaren alle andere grassoorten verdringt.

De grassen die meer geschikt zijn voor paarden hebben een armere bodem nodig en een andere bemesting dan een raaigrasweide. Door het in de juiste balans toepassen van maaien, bemesten, zaaien, weiden en laten rusten van je weide kun je een geschikte kruidenrijke paardenweide creëren die de gezondheid van je paarden bevordert.

 

Hoe zit het dan met suikers en fructanen

Even wat achtergrond informatie over die enge suikers:

Planten maken zelf suikers aan via fotosynthese. Fotosynthese is een proces waarbij water en koolstofdioxide onder invloed van zonlicht worden omgezet in zuurstof en glucose. De zuurstof is natuurlijk goed voor ons en erg belangrijk ook. De glucose is een suiker welke door de plant wordt omgezet in bijvoorbeeld zetmeel of Plantmateriaal (cellulose en lignine).

  • Glucose – zorgt voor energie
  • Zetmeel – is een vorm waarin Glucose kan worden opgeslagen. Zetmeel is slecht oplosbaar in water.
  • Plantmateriaal – is een vorm waarin Glucose kan worden omgezet als bouwsteen van de plant. Lignine (hout) en cellulose (papier) zijn niet oplosbaar in water.

Dus dat er suikers in enige vorm in de plant zitten is onoverkomelijk en zelfs nuttig. Anders zou de plant simpelweg niet groeien.

 

Suiker of fructaan?

Nu hoor je vaak suikergehalte, maar ook fructaangehalte. Wat is het verschil en wat kun je ermee? Een stukje scheikunde maakt het vast duidelijker:

  • Je hebt enkelvoudige suikers (monosacharide) zoals:
    • Glucose (welke omgezet kan worden naar enkelvoudige suikers: Galactose en Fructose)
  • Door die enkelevoudige suikers aan elkaar te koppelen ontstaat een ander soort suiker (disacharide) met andere kenmerken en werking:
    • Glucose en Fructose = Sucrose (dat is de suiker die wij kennen)
    • Glucose en Galactose = Lactose (dat is de suiker in melk)
    • Glucose en Glucose = Maltose (om zetmeelketens te maken)
  • Fructaan is een keten van fructosemoleculen met 1 sacharosemolecuul.

Dus het behoort allemaal tot de suikers, maar fructanen zijn complexe suikerketens.

En waarom is fructaan dan zo gevaarlijk?

Fructaan is ook goed. Want planten die hun reservevoedsel opslaan in de vorm van fructanen, kunnen lage temperaturen overleven omdat de fructanen voor vorsttolerantie zorgen. Ze binden aan membranen, waardoor ze bijdragen aan het intact houden van de cellen en eigenlijk tot op zekere hoogte voorkomen dat ze kapot vriezen.

Bij zon en tegelijkertijd lage temperaturen, zoals in de late herfst en het vroege voorjaar, wordt bij grassen (maar ook andere gewassen zoals in cichorei, artisjok, asperge, prei, uien, yacón, tarwe en sommige bacteriën) de energie als tussenopslag opgeslagen in fructanen.

 

Korte fructanen zijn bijzonder goed oplosbaar en dus opneembaar in de darmwand en door het afbreken/oplossen van fructanen zullen de darmen snel verzuren. Het zijn dus de korte snel oplosbare fructanen in het gras die het risico op problemen als hoefbevangenheid kunnen vergroten.

 

Grote fructanen (suikerketens) zijn beter bekend als prebiotica. Dit zijn stoffen waarop bacterieën kunnen groeien in de darmen. Deze kunnen dus juist bijdragen aan de gezondheid van het paard.

 

Suikers en beweiding

Nu je meer weet over waarom de meeste weiden suiker- en voedingsrijke weiden zijn en wat bedoelt wordt met suiker- en fructaangehalte is het belangrijk om te weten hoe je het suikergehalte van de weide kunt beïnvloeden om de weide gezond te houden voor je paard.

Er zijn verschillende zaken van invloed op het suikergehalte:

  1. Soort gewassen, alle gewassen hebben andere kenmerken. Waar graaigras hoog in suikers is zijn er ook tal van grassen die gemiddeld genomen veel lagere suikergehaltes bevatten.
  2. Temperatuur, bij lage temperaturen in combinatie met zonneschijn bevatten veel gewassen meer suiker/fructaan.
  3. Zonneschijn, onder invloed van zonneschijn wordt glucose (suikers) gemaakt door het gewas.
  4. Bemesting
    1. Te veel zorgt voor ontwikkeling van rijker en vaak ook suikerrijker gewas.
    2. Te weinig zorgt ervoor dat het gewas onvoldoende voedingsstoffen uit de bodem kan halen om de suikers om te zetten in zetmelen en bouwstenen waardoor het gewas suikerrijker blijft.
  5. pH-waarde van de bodem, een verzuurde bodem zorgt ervoor dat het gewas minder goed voedingsstoffen op kan nemen, waardoor groei stagneert en suikerrijker blijft.

Wil je weten hoe je je paarden op een gezonde manier weiden kunt of over hoe een geschikte paardenweide eruit ziet? Lees er over in andere blogs of schrijf je in als deelnemer van het jaartraject, dan geven we je alle kennis en onze ervaring om van jouw weide een gezonde paardenweide te maken zodat je jouw paarden onbezorgd kunt laten grazen.

Terug naar blog